Autisme en narcisme hebben enkele gemeenschappelijke kenmerken waardoor ze met elkaar kunnen verward worden, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Bij personen met deze stoornissen merkt men "bijzonderheden" in het sociaal contact, de sociale omgang is "anders". Beiden vertonen een zekere gevoelsarmoede: zowel gevoelens die anderen tonen als gevoelens bij henzelf voelen ze minder intens en begrijpen ze minder goed dan de doorsnee persoon dat doet. Ook verdwijnen de gevoelens zelf meestal weer snel. Maar een belangrijk verschil is dat personen met een autisme spectrum stoornis (ASS) worstelen met sociale contacten, het loopt moeilijk, zoekend. En wanneer een persoon met ASS kwaad of woedend wordt (de meeste niet) gebeurt dat vanuit hun onmacht om te begrijpen en begrepen te worden. Daartegenover staat dat het denken en handelen van personen met een narcistische stoornis enkel gedreven wordt door eigenbelang. Hun sociale contacten zijn gekenmerkt door manipulatie, ze begrijpen hoe ze mensen kunnen bespelen zodat ze nuttig zijn voor hen.
En ja, beiden kunnen tegelijkertijd voorkomen.
Mocht je met een persoon met ASS of narcisme te maken hebben of dit herkennen bij jezelf, dan kan je hulp zoeken bij het stellen van de diagnose en het omgaan met (personen met) deze stoornissen.